Het personaal perspectief: voordelen, nadelen en tips
Ontdek hoe je met het personaal perspectief je lezer dicht bij je personage brengt en je verhaal diepte geeft.
Een belangrijke keuze bij het schrijven van een verhaal is vanuit welk perspectief je de lezer de gebeurtenissen laat meebeleven. Naast de (veelvoorkomende) ik-vorm en de alwetende verteller, is het personaal perspectief het overwegen waard.
Wat is het personaal perspectief?
Voordelen van het personaal perspectief
Nadelen van het personaal perspectief
Vergelijking met andere perspectieven
Praktische tips
Meest gemaakte fouten
Hoe bepaal je welk perspectief geschikt is voor jouw verhaal?
Wat is het personaal perspectief?
Dit perspectief wordt ook wel de hij/zij-vorm genoemd. Oftewel: ‘hij liep over straat en zag zijn kat’ of ‘zij sloeg een spijker in de muur’. Meer genderneutrale aanduidingen als ‘die’ of ‘hen’ worden vooralsnog in romans niet veel gebruikt.
In deze vertelvorm wordt het verhaal verteld door een onzichtbare verteller, maar de lezer krijgt het verhaal enkel te zien vanuit het perspectief van één specifiek personage. Dit betekent dat de lezer alleen weet wat dat personage weet, voelt wat het personage voelt en beleeft wat het personage beleeft.
Een belangrijk kenmerk van het personaal perspectief is dat de verteller niet alwetend is: de lezer krijgt geen toegang tot de gedachten en gevoelens van andere personages tenzij het personage waaruit het verhaal verteld wordt, deze gedachten of gevoelens interpreteert of te weten komt.
Het volgen van dit ene perspectief en niet dat van vele tegelijk, zorgt voor een intieme en subjectieve leeservaring. De lezer beleeft de gebeurtenissen als het ware met het perspectiefpersonage mee.
Het is mogelijk het verhaal vanuit meerdere perspectieven te vertellen, zonder dat sprake is van een alwetende verteller. In dat geval ‘verspringt’ het perspectief van het ene personage naar het andere, bijvoorbeeld bij het begin van een nieuw hoofdstuk. Maar let wel: zodra het perspectief verspringt van Jessica naar Anna, weet de verteller de lezer - als het goed is - ineens niets meer te vertellen over de gedachten en gevoelens van Jessica.
Voordelen van het personaal perspectief
Het personaal perspectief kent enkele belangrijke voordelen:
Intimiteit zonder volledige vereenzelviging: Door middel van het personaal perspectief kun je de lezer dicht bij een personage brengen, zonder de volledige subjectiviteit van het ik-perspectief. De afstand tussen de lezer en het personage blijft nét iets groter, wat kan zorgen voor een objectievere blik op de gebeurtenissen.
Beperkte informatie zorgt voor spanning: De lezer kan bij een personaal perspectief alleen weten wat het personage weet en dit geeft een spannende leeservaring. Wat de intenties zijn van de andere personages, of wat er ondertussen allemaal buiten het gezichtsveld van het perspectiefpersonage gebeurt, blijft in nevelen gehuld.
Flexibiliteit in de vertelstem: Je kunt meerdere personages gebruiken om verschillende hoofdstukken of gedeeltes van het verhaal te vertellen, zonder gebruik te maken van het alwetende perspectief. Dit biedt ruimte om de verschillende gezichtspunten, of manieren waarop je naar een kwestie kunt kijken, binnen één verhaal te verkennen en hierbij ook echt verschillende stemmen te laten horen.
Nadelen van het personaal perspectief
Natuurlijk zijn er ook nadelen:
Beperkt zicht op het verhaal: Omdat de lezer alleen weet wat het personage weet, kan het lastiger zijn om de wereld waarin het verhaal zich afspeelt in zijn geheel neer te zetten. Om toch achtergrondinformatie aan de lezer te geven, of een bredere context te schetsen, moet je als schrijver creatief zijn om deze op natuurlijke wijze aan de lezer over te brengen. (Maar let op: een dialoog is hier niet erg geschikt voor. Wanneer je personages dingen tegen elkaar laat zeggen, alleen maar omdat je deze informatie bij de lezer moet zien te krijgen, zal dit al snel een onnatuurlijke dialoog opleveren. Oftewel: geen info-dump in je dialoogtekst!)
Minder ruimte voor reflectie: In een alwetend perspectief kan de verteller reflecteren op het verhaal en hier bepaalde thema’s uitlichten. Bij het personaal perspectief is dit niet mogelijk, omdat je gebonden bent aan de subjectieve blik van het gekozen personage.
Afstand tot emoties van andere personages: De lezer kan zich moeilijker inleven in de gevoelens van andere personages, omdat deze emoties alleen door middel van het perspectief van het hoofdpersonage kunnen worden overgebracht.
Vergelijking met andere perspectieven
Om een goede keuze te kunnen maken, is het van belang de verschillen te kennen met de (meestgebruikte) andere perspectieven.
Het ik-perspectief
Deze vertelvorm biedt een nog directere band tussen het personage en de lezer. Het is een soms subtiel maar altijd wezenlijk verschil. Je zou kunnen zeggen dat je bij een personaal perspectief als lezer op de schouder zit van het perspectiefpersonage en door een kijkgaatje ook in het hoofd en het hart van dit personage kunt kijken; bij een ik-perspectief zit je echt ín het hoofd van het personage en je volgt het verhaal door de ogen van de hoofdpersoon. Dit zorgt voor een heel persoonlijke en subjectieve vertelling.
Het ik-perspectief is heel geschikt wanneer je als schrijver diep in de psyche van één persoon wilt duiken. En het leent zich ook heel goed wanneer je een onbetrouwbare verteller wilt opvoeren (oftewel: de ik-verteller vertelt een verhaal dat gaandeweg niet blijkt te kloppen). Een nadeel is dat de afstand tussen de lezer en de overige personages nog groter kan zijn dan bij het personaal perspectief. Daarnaast kun je als schrijver aanlopen tegen de grenzen van de beperkte blik van de ik-verteller.
De alwetende verteller
Bij het alwetend perspectief heeft de verteller een onbeperkt inzicht in de gedachten en gevoelens van alle personages en de volledige wereld van het verhaal. Dit geeft de schrijver de vrijheid om uitgebreide uitleg en achtergrondinformatie te geven, maar het kan ten koste gaan van de spanning en betrokkenheid van de lezer. Het alwetend perspectief kan te afstandelijk overkomen, omdat de lezer het verhaal niet echt meebeleeft met een of meer personages. Tegenwoordig verschijnen er ook niet veel romans meer met een alwetende verteller. In fantasy verhalen komt het nog wel regelmatig voor.
Praktische tips
Heb je gekozen voor het personaal perspectief? Dan zijn er wat dingen om rekening mee te houden:
Kies het juiste personage: Je bent gebonden aan de subjectieve blik van één personage, het is dan ook cruciaal om dit personage zorgvuldig te kiezen. Wie heeft in het verhaal de meest interessante of dramatische kijk op de gebeurtenissen? Wiens verhaal wil je dat de lezer meebeleeft? Is dit personage interessant genoeg?
Laat de lezer tegelijk met het personage ontdekken: Dit perspectief leent zich goed voor verhalen waarin de lezer samen met het personage, stap voor stap informatie ontdekt. Maak gebruik van deze techniek om spanning op te bouwen.
Zorg voor een sterke interne monoloog: Hoewel je niet vanuit de eerste persoon (ik-verteller) schrijft, kun je nog steeds de gedachten en gevoelens van het personage laten zien. Dit doe je subtiel door gebruik te maken van innerlijke monologen en door de de reactie van je personage op gebeurtenissen te beschrijven.
Wees consequent: Dit is echt heel erg belangrijk, want een personaal perspectief dat niet consequent gehanteerd wordt, maakt dat de lezer in verwarring raakt en misschien zelfs afhaakt. Het is soms verleidelijk om even in het hoofd van een ander personage te duiken, maar dit moet je toch echt vermijden. Vind je het toch van belang om het perspectief van die ander te laten zien? Doe dit dan volgens de regelen van de kunst, door in een ander gedeelte of een nieuwe hoofdstuk het personaal perspectief te laten verspringen. Maar zorg wel dat heel duidelijk is dat het verhaal vanaf dat moment (of tijdelijk) wordt verteld vanuit een andere persoon.
Meest gemaakte fouten
Dit laatste is gelijk een van de meest gemaakte fouten. Want consequent zijn in het perspectief is lastiger dan het lijkt. Schrijvers wisselen soms onbedoeld - en misschien ook onbewust - van perspectief door informatie te geven die het hoofdpersonage niet kan weten. Dit gebeurt wanneer de verteller bijvoorbeeld gedachten of gevoelens van andere personages beschrijft, terwijl het personage in het personaal perspectief daar geen toegang toe heeft. Om dit te voorkomen moet je je als schrijver strikt houden bij wat het perspectiefpersonage kan zien, voelen, weten of interpreteren. Alles wat buiten het bewustzijn van dit personage ligt, moet via acties of dialogen worden getoond (maar nogmaals: geen info-dump in dialogen!).
Wanneer het wel de bedoeling is om het perspectief te laten verspringen, zorg dan dat dit duidelijk is voor de lezer. Dit gaat namelijk nogal eens fout. Het makkelijkst is om alleen van perspectief te wisselen per hoofdstuk (of eventueel per scène). Zorg hoe dan ook dat de overgang duidelijk is voor de lezer en ook logisch voelt. Een vaste ‘afspraak’ hiervoor is om na een overgang van perspectief, bijvoorbeeld aan het begin van een nieuw hoofdstuk, direct in de eerste zin de naam van het perspectiefpersonage te noemen. Als het verhaal verteld werd vanuit John en een nieuw hoofdstuk begint met: ‘Martin wist niet hoe hij moest reageren’, is dit een duidelijk signaal dat het perspectief is veranderd. Nog duidelijker is om bovenaan elk hoofdstuk de naam van het perspectiefpersonage te zetten. Dit is niet altijd nodig, dus kijk vooral wat voor jou werkt en vraag hierover eventueel advies.
Sommige schrijvers richten zich in het personaal perspectief te veel op wat er gebeurt in de buitenwereld, zonder voldoende aandacht te besteden aan de interne wereld van het perspectiefpersonage. Hierdoor voelt het perspectief oppervlakkig aan en zal de lezer het verhaal niet echt meebeleven met dit personage, terwijl het personaal perspectief zich hier juist zo goed voor leent.
Wat ook nogal eens voorkomt: het personage weet of snapt dingen, die gezien zijn ervaring of opleiding niet logisch zijn. Een vuilnisman die de middelbare school niet heeft afgemaakt kan natuurlijk van alles weten over sterrenkunde, maar dan moet je als schrijver wel uitleggen waarom hij dit allemaal weet. Als hij dit alleen maar moet weten om deze informatie bij de lezer te krijgen, kun je hiervoor beter een andere methode gebruiken.
De interne monoloog wordt soms gebruikt voor lange, onnatuurlijke gedachten, als een manier om informatie over te brengen aan de lezer. Maar vraag je af of dit bij het perspectiefpersonage past. Een personage dat niet bijster geïnteresseerd is in de natuur, zal geen lange interne bespiegelingen houden over de specifieke grassoort onder haar voeten.
Tot slot, hoewel het mogelijk is om te verspringen van het ene naar het andere perspectief: doe dit niet overmatig. Je ziet soms in romans dat het verhaal verteld wordt vanuit wel zeven personages, of dat voortdurend van perspectief wordt gewisseld. Tenzij dit steengoed gedaan wordt, loop je het risico dat de lezer in verwarring raakt en met geen van de personages echt een band opbouwt.
Hoe bepaal je welk perspectief geschikt is voor jouw verhaal?
Het antwoord op deze vraag is net zo simpel als complex. Je zult het moeten uitproberen. Spoken er meerdere personages door je hoofd die elk vanuit hun perspectief het verhaal op een interessant manier zouden kunnen vertellen? Kies het personage waar je het meest gevoel bij hebt en begin gewoon. Heb je een intuïtieve voorkeur voor een ik-perspectief? Mooi, dat wordt dan je startpunt.
Misschien kom je er gaandeweg achter dat het verhaal niet vanuit het perspectief van Jessica, maar vanuit Anna verteld moet worden. Of misschien wel vanuit beiden en misschien vertelt de een het verhaal inderdaad in de ik-vorm, maar krijgt de ander alsnog een personaal perspectief toebedeeld.
In mijn debuutroman Het leven noemen vertel ik het verhaal vanuit een moeder (in de derde persoon) en vanuit de dochter (eerste persoon, oftewel: ik-perspectief). Door dit verschil in perspectief komt de lezer veel dichter op de huid van de dochter dan van de moeder en dat is precies mijn bedoeling. Ook dit is dus een optie.
Ben je al een eindje op weg maar twijfel je toch aan het gekozen perspectief? Kies een stuk tekst of een hoofdstuk en bouw het om: van ik-perspectief naar personaal of naar alwetende verteller, of andersom. Of kies voor het perspectief van een ander personage om het verhaal te vertellen.
Je zult vanzelf merken wat het beste werkt of waar je tegen de grenzen van het perspectief aanloopt. Twijfel je dan nog steeds? Laat iemand anders de beide versies van dit hoofdstuk lezen en vraag advies.