Voor- en nadelen van het ik-perspectief
Op dit moment lees ik Waanzin van Lionel Shriver op mijn e-reader en Ik heb een paar vragen voor je van Rebecca Makkai als fysiek boek.
Beide romans zijn geschreven in het ik-perspectief, waarbij goed zichtbaar is hoe de ‘ik’ de lezer diens eigen visie op de werkelijkheid geeft. Het zijn niet per se zogenoemde onbetrouwbare vertellers (of ik ben er gewoon nog niet achter dat ze dit wel degelijk zijn, dat kan ook). Maar je krijgt als lezer wel heel duidelijk een bepaalde blik op de gebeurtenissen opgediend.
En dit is precies wat het ik-perspectief zo’n mooie vertelvorm maakt.
Wat is het ik-perspectief?
Wanneer in een roman het verhaal wordt verteld vanuit het standpunt van een personage dat zichzelf aanduidt met ‘ik’, noemen we dit een ik-perspectief (of eerste persoonsperspectief). Gebruikelijk is dat de lezer hierbij ook een inkijkje krijgt in de gedachten en gevoelens van de verteller.
Dit is een veelgebruikte techniek in de literatuur en biedt zeker voordelen, maar brengt ook specifieke uitdagingen met zich mee.
Ik zet enkele voor- en nadelen voor je op een rij.
Voordelen van het ik-perspectief
1) Intimiteit en betrokkenheid
Het ik-perspectief kan lezers een diepe, persoonlijke band met de hoofdpersoon laten voelen. Omdat de lezer direct toegang heeft tot de gedachten en gevoelens van de verteller, ontstaat er een intieme sfeer. Dit kan de emotionele impact van het verhaal vergroten, aangezien de lezer zich direct in de schoenen van het personage kan plaatsen.
2) Directe en eerlijke vertelling
Verhalen in de ik-vorm kunnen een gevoel van eerlijkheid en directheid geven. Aangezien de verteller vanuit zijn eigen ervaring spreekt, kan dit perspectief authentiek en ongefilterd overkomen. Het biedt de mogelijkheid om diep in te gaan op de innerlijke wereld van het personage, diens persoonlijke gevoelens, angsten en dromen. Dit maakt een rijke karakterontwikkeling mogelijk. Bovendien kan het ik-perspectief helpen om complexe emotionele thema's op een directe en persoonlijke manier te verkennen. Ook is het makkelijker om een overtuigende innerlijke dialoog te creëren, wat kan bijdragen aan de geloofwaardigheid van het personage.
3) Beperkte informatie
Hoewel dit ook als een nadeel gezien kan worden, kan de beperkte kennis van de ik-verteller juist spanningsopbouwend werken. Omdat de lezer alleen weet wat de verteller weet, kunnen verrassingen en onthullingen effectiever zijn. Dit kan bijvoorbeeld goed werken in mysteries of psychologische thrillers.
Nadelen van het ik-perspectief
1) Beperkt zicht
Het grootste nadeel (maar soms dus ook een voordeel, zie hierboven) van het ik-perspectief is de beperkte blik op de gebeurtenissen. De lezer krijgt alleen de ervaringen en interpretaties van één personage te zien. Dit kan het lastig maken om een breder perspectief te geven op het verhaal en andere personages uit te diepen.
2) Betrouwbaarheid van de verteller
Aangezien de ik-verteller een menselijk personage is, kan hij of zij onbetrouwbaar zijn. Dit kan verwarring veroorzaken bij de lezer, vooral als de verteller bewust of onbewust informatie verdraait. Hoewel dit soms een bewuste keuze van de schrijver kan zijn om een bepaald effect te bereiken (bijvoorbeeld in het geval van de onbetrouwbare verteller), kan het ook het verhaal vertroebelen. Een onbetrouwbare verteller opvoeren geeft de schrijver een dun koord om op te balanceren: tussen geslaagd verwarrend en irritant onbetrouwbaar. Dus mocht je dit overwegen, denk er goed over na in welke vorm je het giet en vraag je heel kritisch af of het echt werkt.
3) Uniforme stijl
Verhalen in de ik-vorm kunnen qua schrijfstijl eenvormig aanvoelen, omdat alles door de lens van één personage wordt gefilterd en in diens woorden verteld wordt. Dit kan de variatie en complexiteit in de vertelling beperken. Het vergt grote vaardigheid van de schrijver om de stem van het personage consistent en boeiend te houden, zonder dat het eentonig wordt.
Ik-perspectief in mijn romans
In alle drie mijn romans maak ik (deels) gebruik van het ik-perspectief.
In Het leven noemen vertel ik het verhaal vanuit een moeder (in de derde persoon) en vanuit de dochter (eerste persoon, oftewel: ik-perspectief). Door dit verschil in perspectief komt de lezer veel dichter op de huid van de dochter dan van de moeder. Dit is een bewuste keuze, omdat voor mij het perspectief van de dochter het belangrijkst is in dit verhaal.
In Wees niet bang wissel ik eveneens tussen een eerste en derde persoonsperspectief. In Wat wij verzwijgen hanteer ik een ik-perspectief.
Wat werkt voor jouw roman
Wil je ontdekken welk perspectief voor jouw verhaal het best werkt? Maak, als je een eindje op dreef bent, een digitale kopie van je manuscript en pas (in bijvoorbeeld een hoofdstuk) het vertelperspectief aan. Dus in plaats van een ik-verteller, gebruik je hij of zij, of zelfs jij. Dit is even wat werk, want niet alles klopt meer, maar het is zeker de moeite waard.
Leg vervolgens beide versies naast elkaar en beoordeel wat het best werkt. Of vraag eens de objectieve mening van iemand anders op dit punt. De kans bestaat namelijk dat jijzelf voorkeur hebt voor het perspectief dat je oorspronkelijk had gekozen, omdat je de tekst in deze vorm al heel vaak hebt gezien. Het kan dan voelen alsof het ‘zo hoort’, terwijl een ander perspectief misschien toch beter past.
Het is een kwestie van uitproberen (misschien meermaals tijdens het schrijfproces), tot je zeker weet vanuit welk perspectief jouw verhaal het best tot zijn recht komt! Voor de roman die ik nu zelf schrijf, ben ik er ook nog niet helemaal uit. Maar dat geeft niet, het wordt me vanzelf duidelijk. Daar vertrouw ik op.
P.S. Waanzin vind ik.. mweh (mooi verhaalidee, maar de uitwerking vind ik soms nogal ver doorgevoerd en daardoor storend); Ik heb een paar vragen voor je is wat mij betreft zeker een aanrader!