Regels voor het schrijven van dialogen
Een dialoog is een weergave van de tekst die personages tegen elkaar uitspreken. Een dialoogzin is een enkele zin, die onderdeel uitmaakt van een dialoog. Het is dus een zin die een personage tegen een ander personage uitspreekt. De dialoogzinnen tezamen genomen, vormen een dialoog.
Niet te verwarren met een personage dat in zijn eentje (gedurende enige tijd) aan het woord is, dat noem je een monoloog. Wanneer die zinnen niet hardop, maar enkel in het hoofd van het personage worden ‘uitgesproken’, heet dit een interne monoloog.
Om duidelijk te maken wie wat zegt, bestaan er ‘regels’ voor het schrijven van een dialoog.
Inspringen
Iedere eerste dialoogzin van personage A staat op een nieuwe, ingesprongen regel. Eventuele vervolgzinnen komen hier gewoon achteraan. Wanneer vervolgens personage B reageert, komt ook die eerste dialoogzin op een nieuwe, ingesprongen regel. De lezer krijgt dus bij iedere ingesprongen regel in de tekst het signaal: nu neemt een ander personage het woord.
Aanhalingstekens
Dialoogzinnen staan tussen aanhalingstekens. Tegenwoordig wordt meestal gekozen voor enkele aanhalingstekens: ‘…’
Dubbele aanhalingstekens “…” zijn wat ouderwets. Maar uiteraard niet verboden.
Of je nu voor enkele aanhalingstekens kiest, of toch voor dubbele, wees consequent.
Leestekens
Wanneer een dialoogzin wordt gevolg door ‘zei hij’, ‘sprak hij’, enzovoort, dan eindigt de dialoogzin, dus de zin die het personage uitspreekt, met een komma. Bijvoorbeeld: ‘Ik weet zeker dat ik hem hier heb neergelegd,’ zei hij.
Zo niet, dan eindigt de dialoogzin met een punt. Bijvoorbeeld: Hij stampte met zijn voet en zei: ‘de grond is hard hier.’
Punt of komma (of vraag of uitroepteken) staan binnen de aanhalingstekens.
Gedachten
Zinnen die personages denken, maar niet uitspreken, zijn geen dialoogzinnen. Zij krijgen dan ook (bij voorkeur) geen aanhalingstekens. Wil je toch duidelijk maken dat deze zinnen gedachten zijn, dan kun je ervoor kiezen om ze cursief weer te geven. Het hoeft echter niet, want door het ontbreken van aanhalingstekens zou al voldoende duidelijk moeten zijn dat dit geen hardop uitgesproken tekst betreft.