De innerlijke monoloog
De innerlijke monoloog is een literair hulpmiddel waarmee je gedachten, gevoelens en overpeinzingen rechtstreeks met de lezer kunt delen.
Op verzoek van een lezer, besteed ik vandaag graag aandacht aan het literaire hulpmiddel: de innerlijke monoloog.
Wat is een innerlijke monoloog?
Hoe houd je een innerlijke monoloog boeiend?
Kan een innerlijke monoloog in de derde persoon zijn geschreven?
Wat is een innerlijke monoloog?
Een innerlijke monoloog (ook wel interne monoloog of monologue interieur genoemd) is een literair hulpmiddel dat de schrijver in staat stelt om op een heel directe manier de gedachten en gevoelens van een personage aan de lezer te communiceren. Omdat de lezer als het ware in het hoofd van het personage kan kijken, komt de innerlijke wereld van het personage ongefilterd bij de lezer terecht.
De innerlijke monoloog is een handige manier om de complexiteit en gelaagdheid van personages over te brengen. De lezer kan op die manier een beter begrip krijgen van de drijfveren van het personage, de innerlijke strijd, angsten, verlangens, dromen, onzekerheden, etc.
Wanneer een innerlijke monoloog overtuigend wordt gepresenteerd, kunnen lezers daardoor een diepere emotionele band ontwikkelen met het personage. Dit kan empathie en betrokkenheid bij het verhaal vergroten.
Hoe houd je een innerlijke monoloog boeiend?
Doordat je gedurende de innerlijke monoloog alleen maar door de ogen en in het hoofd van een bepaald personage kijkt, kan het gaan vervelen. Er is immers meer in de wereld dan alleen de zielenroerselen van een enkel individu. Ik geef je graag enkele tips om de aandacht van de lezer vast te houden.
Wees authentiek en consistent: Het is belangrijk om de innerlijke monoloog overeen te laten komen met het karakter en de situatie van het personage. De gedachten moeten eerlijk zijn en passen bij de persoonlijkheid van het personage. Heb je het idee dat je je personage nog niet goed genoeg kent om een overtuigende innerlijke monoloog te kunnen schrijven? Overweeg dan een personagedossier te maken. Hoe dan ook, vermijd in elk geval clichématige gedachten en gebruik de innerlijke monoloog niet om allerlei informatie over te brengen aan de lezer die duidelijk niet in een innerlijke monoloog thuishoort. Schrijf dus bijvoorbeeld niet: ‘Vroeger, toen ik nog leraar was op basisschool De Kring in Arnemuiden, zat er een jongen bij mij in de klas die Kevin heette.’ Dit is duidelijk geen authentieke gedachte maar eerder een info-dump. Logischer is: ‘O ja, Kevin, ik was hem bijna vergeten.’ Dat het personage lerares was en Kevin de leerling, kun je duidelijk maken door hun interactie. En of het van belang is hoe de basisschool heette en waar die stond, is een vraag die je jezelf moet stellen. Doet het ertoe? Dan kun je het vast ergens anders in het verhaal wel kwijt.
Keep reading with a 7-day free trial
Subscribe to Schrijfplaats to keep reading this post and get 7 days of free access to the full post archives.