In deze masterclass vertel ik over schrijftechnieken en stijl. Ik ga in op onder meer beeldspraak, zinsstructuur, ritme, perspectief, vertelstem en het ontwikkelen van je eigen schrijfstijl.
Wil je na het kijken van de video nog meer weten over deze onderwerpen? In mijn Cursus roman schrijven komen ze nog uitgebreider aan bod. In module 4 van de cursus ga ik dieper in op de verschillende perspectieven en wat de voor- en nadelen zijn van elk perspectief.
Oefening 1
Schrijf een korte alinea (5-7 zinnen) waarin je beeldspraak gebruikt (metaforen, vergelijkingen met ‘al’s of ‘zoals’, of oefen bijvoorbeeld met personificatie, dus het geven van menselijke eigenschappen aan dingen).
Oefening 2
Schrijf een korte scène waarin je zowel korte als lange zinnen gebruikt. Probeer verschillende ritmes te creëren, afhankelijk van de emotie of actie in de scène.
Oefening 3
Kies een perspectief (eerste persoon, derde persoon beperkt of alwetende verteller) en nu schrijf een korte scène. Beschrijf dezelfde situatie vervolgens vanuit een van de andere perspectieven. Doe dit nogmaals, nu vanuit het laatste perspectief. Vergelijk de scènes met elkaar: wat valt op? Let op hoe het gevoel van de scène verandert afhankelijk van het perspectief.
Oefening 4
Neem een stukje tekst dat je eerder hebt geschreven en herschrijf het. Probeer verschillende stijlen uit. Schrijf het bijvoorbeeld heel poëtisch, of juist heel direct. Kijk welke stijl het best bij je past en voel je vrij om daarin te experimenteren.
Share this post