Wat netwerken je kan opleveren. 1. Kansen die je anders niet ziet. Heel veel kansen in de schrijfwereld gaan via-via. Een uitgever die op zoek is naar een schrijver voor een project. Een literair tijdschrift dat gastbloggers zoekt. Een schrijfwedstrijd die je anders nooit had ontdekt. Een collega-schrijver die een co-auteur zoekt. Die dingen komen vaak op je pad doordat je iemand kent die iemand kent.2. Feedback van mensen die het écht snappen. Je beste vriendin is lief, maar begrijpt ze waarom je nu al drie weken vastzit op hoofdstuk acht? Een mede-schrijver wél. Je netwerk bestaat idealiter uit mensen die begrijpen waar je tegenaan loopt – en die ook nog eens nuttige feedback kunnen geven omdat ze er verstand van hebben.3. Kennisdeling die je vooruit helpt. Welke uitgever reageert snel op manuscripten? Welke subsidieregelingen bestaan er voor schrijvers? Hoe zit het ook alweer met auteursrechten wanneer je zelf publiceert? Schrijvers kunnen andere schrijvers helpen. Maar dan moet je wel eerst contact leggen. 4. Motivatie om door te zetten. Schrijven kan soms eenzaam zijn. Soms vraag je je af waar je het allemaal voor doet. Maar als je een groepje schrijvers om je heen hebt – online of offline – die het nog wél zonnig inzien en die doorzetten, dan trekt dat je mee. Je ziet anderen hun boek afmaken, hun manuscript opsturen, hun eerste recensie krijgen. En dan denk je: als zij het kunnen, kan ik het ook.5. Zichtbaarheid (en uiteindelijk: lezers). Als je een netwerk opbouwt, word je gezien. Andere schrijvers delen misschien jouw blog. Een uitgever onthoudt je naam. Een boekhandelaar denkt aan jou voor een lezing. En die zichtbaarheid vertaalt zich uiteindelijk in lezers.
Het was een feestje!