Stel je voor: je loopt door de stad, de straten zijn nat van een zomerse regenbui, en terwijl je over de stoeptegels stapt, merk je dat er bloemen groeien uit de voetafdrukken die je achterlaat.
Dat is magisch realisme: geen grote, dramatische toverspreuken of portalen naar andere werelden, maar ‘gewoon’ een subtiele aanraking met het onverklaarbare, ingebed in de alledaagse realiteit.
Het is een genre waarin de grens tussen realiteit en fantasie vervaagt, waarin het magische zo natuurlijk aanvoelt dat niemand er écht van opkijkt.
Maar hoe werkt dit precies? En hoe verwerk je subtiele fantasie-elementen in een verder realistische setting?
Wat is magisch realisme?
Kenmerken van magisch realisme
Hoe verwerk je fantasie-elementen in een realistische setting?
Schrijfoefening
Wat is magisch realisme?
Magisch realisme is een literaire stijl waarin bovennatuurlijke of magische elementen worden verweven met een verder realistische wereld. De personages beschouwen deze elementen niet als vreemd of onverklaarbaar, want voor hen is het normaal.
Denk bijvoorbeeld aan:
- Een vrouw die huilt en haar tranen veranderen in parels.
- Een stad waar ‘s nachts de geesten van overleden geliefden rondwandelen.
- Een man die zó lichtvoetig is dat hij een paar centimeter boven de grond zweeft.
Magisch realisme vindt zijn oorsprong in de Latijns-Amerikaanse literatuur. Schrijvers als Gabriel García Márquez (Honderd jaar eenzaamheid) en Isabel Allende (Het huis met de geesten) zijn bekende voorbeelden. Maar ook in wat meer recente literatuur en films zien we deze stijl terug, zoals in de films van Guillermo del Toro (Pan’s Labyrinth) en de boeken van Haruki Murakami (zijn meest recente roman: De stad en zijn onvaste muren).
Wat magisch realisme onderscheidt van fantasy, is dat de magie is ingebed in een verder ‘normale’ setting - het is simpelweg onderdeel van het gewone leven.
Kenmerken van magisch realisme
Magisch-realistische verhalen kennen (vaak) een aantal kenmerken. Zo is, als gezegd, het bovennatuurlijke of magische binnen het verhaal normaal.
In een magisch-realistische wereld zullen mensen dus niet geschokt reageren als een kind wordt geboren met blauwe veren in plaats van haar, of als een boom fluistert in de wind. De magie wordt geaccepteerd als iets natuurlijks, zonder uitgebreide verklaringen.
Magisch realisme leunt sterk op beeldspraak, sfeer en emotie. De beschrijvingen zijn vaak dromerig, poëtisch en zintuiglijk, waardoor het magische nog meer geïntegreerd raakt in de realiteit.
Een ander kenmerk van magisch realisme, is dat tijd en realiteit flexibel kunnen zijn. Een personage kan bijvoorbeeld op twee plekken tegelijk zijn, of herinneringen kunnen even tastbaar voelen als het heden. Er kunnen generaties aan elkaar gelinkt worden door mysterieuze krachten of familievloeken.
Veel magisch-realistische verhalen gebruiken bovendien magische elementen als metaforen voor grotere thema’s, zoals familie, kolonialisme, verlies of verlangen. De magie dient niet alleen als decoratie, maar voegt een diepere laag toe.
Hoe verwerk je fantasie-elementen in een realistische setting?
Wil je zelf een magisch-realistisch verhaal schrijven? Hier zijn enkele technieken die je kunnen helpen om magie op een subtiele en natuurlijke manier in je verhaal te verweven:
1) Begin met een realistische basis
Magisch realisme werkt het best als je eerst een herkenbare, tastbare wereld neerzet. Dit kan een klein dorp zijn, een drukke stad of een familiehuis vol herinneringen. Bouw je setting op met realistische details, zodat de magie er natuurlijk in opgaat.
Voorbeeld: Het huis van mijn oma rook altijd naar versgebakken brood en lavendel, en in de oude klerenkast leefde een vos die verhalen vertelde aan kinderen die niet konden slapen.
2) Houd de magie subtiel en onverklaard
In traditionele fantasy worden magische regels vaak uitgebreid uitgelegd. In magisch realisme hoeft dat niet. De magie ís er gewoon.
Voorbeeld: Mijn broer had de gave om appels zoet te laten smaken door ze met zijn vingertoppen aan te raken. Op de markt stonden mensen altijd in de rij voor zijn fruit.
3) Laat personages de magie accepteren als normaal
Omdat de magische elementen van het verhaal er gewoon zijn, verbazen de personages zich hier ook niet over. Het hoort gewoon bij hun wereld.
Voorbeeld: Toen mijn zusje werd geboren, wisten we meteen dat ze een oude ziel had, omdat ze de namen fluisterde van onze overgrootouders.
4) Gebruik magie als metafoor
Vaak staat het magische symbool voor een innerlijk conflict of een diepere betekenis. Vraag jezelf af: waar staat deze magische gebeurtenis voor?
Voorbeeld: Een vrouw die haar schaduw verliest als metafoor voor identiteitsverlies.
5) Speel met tijd en herinneringen
In veel magisch-realistische verhalen voelen herinneringen en dromen net zo levendig aan als de echte wereld. Misschien kan een personage met zijn overleden moeder praten, of blijven gebeurtenissen uit het verleden terugkeren in het heden.
Voorbeeld: Elke avond kwam mijn vader naar mijn kamer en vertelde hij verhalen over zijn jeugd. Pas jaren later besefte ik dat hij toen allang overleden was.
Schrijfoefening
Zelfs als magisch realisme niet ‘jouw genre’ is, kan het nuttig zijn - en heel erg leuk! - om dit eens te proberen:
1. Schrijf een scène over een normaal alledaags moment, zoals ontbijten of naar school gaan.
2. Voeg één subtiel magisch element toe (bijvoorbeeld: brood dat zingt, een straatlantaarn die zich naar voorbijgangers buigt, een kat die de toekomst voorspelt).
3. Laat je personages er niet verbaasd over zijn en doe alsof het de normaalste zaak van de wereld is.
Veel plezier!
Enneh, als je het leuk vindt, kun je jouw scène gerust hieronder in de comments zetten… Ik ben benieuwd!
Lukraak fragment uit een roman die ik net geschreven heb over iemand die een literair videospel speelt: De smeulende kolen vragen nieuwe brandstof, zoals verbeelding nieuwe woorden verlangt om zichzelf niet uit te drukken, maar aan te wakkeren. Je staat recht en verzamelt een paar takjes die gretig aftrek vinden in het vuur. Dennennaalden knetteren en drijven harsige rook je richting uit. Je houdt je ogen gesloten, warmt je handen aan de oplaaiende vlammen die een zuivere voorstelling van het oneindige verhinderen, maar nu, hier in dit Spel, Chat, door de ogen van mijn personage, zie ik het: de onvoorstelbaarheid dat deze wereld ergens eindigt. Ik kan wel denken dat er achter die dikke muur van witheid op een bepaald moment een zwarte diepte ligt waar je invalt als je nog één stap zet, één noodlottige verkeerde beweging; ik kan jullie er zelfs over vertellen: hoe die afgrond kil aanvoelt en hol klinkt, zonder echo, maar tegelijkertijd, starend in die witheid, zie ik niets van wat ik jullie vertel. Alsof blik en gedachte van elkaar gescheiden zijn.