Er wordt wel eens onderzoek naar gedaan en telkens is de conclusie hetzelfde: in Nederland schrijven er héél veel mensen een boek. Maar lang niet iedereen is hier open over. Waarom eigenlijk niet?
Het kan namelijk allerlei voordelen hebben om wél eerlijk te zijn over je bezigheden en ambities.
Schrijven begint met erkenning
Openheid als stok achter de deur
Je bent niet alleen
Schrijven begint met erkenning
Misschien droom jij er ook wel van om op een dag je eigen boek in handen te hebben, of tussen al die andere boeken in een winkel te zien liggen.
En misschien zwijg je hier wel over in alle toonaarden. Maar waarom eigenlijk? Ben je bang voor het oordeel van anderen? Bang dat het niets zal worden en dat iedereen dan weet dat je het geprobeerd hebt, maar gefaald hebt?
Begrijp me niet verkeerd, ook ik hield mijn mond. Gedurende de eerste jaren dat ik schreef, sprak ik hier met niemand over. Want stel je voor…
Maar inmiddels denk ik: Stel je voor dat wat?
Iedereen weet dat een boek schrijven niet makkelijk is, dat velen het proberen en dat lang niet iedereen de eindstreep haalt. Dus waarom zou je je hiervoor schamen? Daarbij, een boek schrijven is ook gewoon heel erg leuk! (Oké, naast het harde werken, het schaven en schrappen, de vele momenten waarop je het niet meer ziet zitten, etc, etc…)
De woorden die mijn denken hierover voorgoed hebben veranderd, heb ik altijd aan Elizabeth Gilbert toegeschreven. In haar (zeer aan te bevelen) boek Big Magic zegt zij:
‘Hoe kun je van anderen verwachten dat ze jou serieus nemen, als je dat zelf niet doet?’
Tenminste, dat dacht ik. Maar toen ik het laatst terug wilde zoeken, om te zien wat ze hierover nog meer schreef, kon ik het niet meer vinden.
Maar goed, het doet er ook niet toe wie dit geschreven of gezegd heeft, voor mij is het een motto geworden dat ik probeer te blijven toepassen, ook (of eigenlijk: juist) als ik me onzeker voel. Zo begon ik vorig jaar met het schrijven van een kinderboek, zonder ervaring, zonder uitgever, zonder contract - toch maakte ik hier geen geheim van.
Ook deed ik mee aan de wedstrijd voor het schrijven van het boekenweekgeschenk 2025 en ook hier was ik open over. Want wat was het ergste dat me kon gebeuren? Dat ik niet won, en verrassing: ik won niet. Dat is jammer natuurlijk, maar me hiervoor schamen? Waarom zou ik?
Dus mijn advies: wees open over je ambitie. En je zal zien dat als jij jouw schrijven serieus neemt, anderen dit ook zullen doen.
Noem jezelf een schrijver en je bént een schrijver. Misschien (nog) geen gepubliceerde schrijver, misschien geen schrijver van beroep, maar wel degelijk een schrijver.
Eng? Dan heb ik nog een motto voor je, ontleend aan een gedicht van Babs Gons, dat mij al over een heleboel hobbels heen geholpen heeft: Doe het toch maar.
Openheid als stok achter de deur
Oké, je vertelt iedereen (of misschien in eerste instantie alleen je meest dierbaren) dat je een boek schrijft. Dit brengt natuurlijk ook verwachtingen met zich mee. En de telkens terugkerende vraag: Hoe gaat het met je boek?
Of: Is je boek al af?
Het is misschien lastig om dit als iets positiefs te zien. Als deze vraag maand na maand, jaar na jaar aan je gesteld wordt, kan dit natuurlijk heel frustrerend zijn. Je vindt zelf ook dat het allemaal veel te lang duurt!
Toch zijn de belangstellende vragen van je omgeving wel degelijk nuttig. Het kan motiverend werken en zorgen dat je doorzet, ook op momenten dat je het niet meer ziet zitten. Je hebt immers hardop gezegd dat je een boek ging schrijven, dus hup, aan de slag.
Trouwens, open zijn over het feit dát je schrijft, betekent nog niet dat je moet vertellen waaróver je schrijft. Bij geen van mijn romans ben ik open geweest over de inhoud, zeker niet tijdens het schrijven van de eerste versie. Omdat ik niet beïnvloed wil worden - of onzeker gemaakt - door allerlei verschillende meningen over mijn personages of over de ontwikkeling van het verhaal.
Stel namelijk dat je vertelt dat je boek gaat over een man en vrouw die gaan scheiden, dan is de kans groot dat je gesprekspartners hun ervaringen met scheidende echtparen over je uitstorten, tezamen met dingen die ze hierover gelezen hebben in de krant en ook nog wat ideeën aandragen over hoe je personages zich ten opzichte van elkaar zouden moeten gedragen.
Ik wil liever dat het mijn verhaal wordt, het verhaal dat ik te vertellen heb. En als ik dit uitleg, wordt dit doorgaans zonder enige moeite geaccepteerd.
Maar als mensen toch nog ongevraagd allerlei ideeën aandragen, zeg ik doorgaans iets als: Leuk idee, daar zou jij een boek over moeten schrijven!
Je bent niet alleen
Wat mij vooral opviel toen ik besloot voortaan open te zijn over het feit dat ik een roman aan het schrijven was, was dat iedereen enthousiast reageerde.
Wat knap! Wat stoer! Enz.
Mijn man sprak direct zijn steun uit (en bracht deze ook in de praktijk door mij te helpen tijd vrij te maken om te schrijven). Mijn moeder en schoonmoeder, die beiden regelmatig op onze kinderen pasten, boden aan vaker te komen oppassen. Ik nam mijn schrijven serieus, en zij dus ook.
Daarnaast kreeg ik verrassend vaak de reactie: Ik ook. Heel wat collega’s en al dan niet vage bekenden bleken ook - vaak in stilte - een boek te schrijven. Dit heeft heel mooie en fijne gesprekken opgeleverd over de worstelingen en het plezier van het schrijven.
Dus ja, wat let je, als je tijdens de kerstdagen met familie aan het diner zit, of oud en nieuw viert met goede vrienden?
Toch nog te spannend? Oefen gerust op mij! Stuur me een mailtje (aisha@schrijfplaats.nl) en vertel over je schrijfambities. Dit uitspreken is een mooi (én noodzakelijk) begin van je eigen erkenning.
P.S. Je hebt nog t/m 31 december om een verhaal in te sturen voor de Schrijfplaats schrijfwedstrijd!