Goedgekozen details kunnen het verschil betekenen tussen simpelweg woorden op papier en een verhaal dat leeft. Specifieke en concrete details kunnen een fictieve wereld tot leven wekken, personages menselijker maken en de lezer volledig meetrekken in het verhaal. Tegelijkertijd is het belangrijk om de balans in het oog te houden: te veel details zorgen voor vertraging en/ of maken een verhaal onnodig complex.
Daarom in dit artikel:
Het belang van details
Waarom overdaad schaadt
Hoe vind je de juiste details?
Tips om jezelf te trainen in het gebruik van details
Bepaal wat voor schrijver jij bent
Het belang van details
Je kunt details gerust zien als de bouwstenen van een geloofwaardige fictieve wereld. Details geven textuur, diepte en kleur aan een verhaal en maken het echter. Geloofwaardiger.
Als mens weten we dit intuïtief. Niet voor niets is uit onderzoek gebleken dat mensen die over iets liegen, veel details gebruiken. Ze proberen de waarachtigheid van hun verhaal hiermee aan te tonen. En vaak werkt dit nog ook.
Details moeten specifiek en concreet zijn. Een lezer moet ze als het ware kunnen zien, horen, aanraken, proeven of ruiken. Dit trekt de lezer het verhaal in, maakt dat zij het mee kan beleven. Je kunt de kans hierop vergroten door niet op te schrijven: Er stond een mooie boom, nee: Er stond een prachtige oude eik met knoppen die niet leken te kunnen wachten om open te barsten. Beetje over-the-top misschien, maar dit voorbeeld is bedoeld om duidelijk te maken dat je afhankelijk van de precieze omschrijving als lezer ook echt iets anders voor je ziet.
Details zijn bij voorkeur ook betekenisvol: het vertelt iets zonder dat je het als schrijver hoeft uit te spellen. Als een personage namelijk dikke, wollen handschoenen draagt, hoef je niet meer te zeggen dat het koud is. Show, don’t tell met behulp van details.
Speelt een scène zich af in een keuken, dan kun je volstaan met het vermelden van de ruimte. Elke lezer zal dan een andere keuken voor zich zien, die vermoedelijk grote overeenkomsten vertoont met zijn eigen keuken of de keuken in het huis waar hij is opgegroeid. Je kunt besluiten dat het er voor het verhaal niet zo toe doet, in wat voor soort keuken de personages precies zijn. Maar je kunt de ruimte waarin de personages zich bewegen ook heel goed inzetten om bijvoorbeeld iets te zeggen over je personages.
Misschien is de keuken een simpele, steriele ruimte, met roestvrijstalen werkbladen. Misschien is er juist een heel rommelig aanrecht, met van die grote potten met zaden en noten en andere ingrediënten. Misschien zit er een barst in het aanrecht, is het hout van de kastjes vermolmd en is er dof geel licht dat van een kapotte lamp afstraalt. Bij elk van deze voorbeelden zal een lezer een ander personage voor zich zien. Een net en mogelijk beetje saai persoon. Een vrolijk, ietwat chaotisch type of iemand die moeite heeft de eindjes aan elkaar te knopen misschien?
De juiste details kunnen jou als schrijver op deze manier helpen om een sfeer te schetsen, je personages in te kleuren of een bepaald gevoel bij de lezer op te roepen.
En natuurlijk hoeft het niet altijd te gaan om het decor of het uiterlijk van je personages. Het feit dat een personage voortdurend aan de huid rondom haar duimnagel friemelt, deze stuk trekt, is ook een veelzeggend detail. Deze persoon is mogelijk wat gespannen, of onzeker misschien. En niet voor niets noem ik hier niet gewoon de nagel, maar specifiek de duimnagel. Dit vergroot de kans dat de lezer dit ook echt voor zich ziet.
Details maken verhalen bovendien memorabel. Want zijn het niet vaak de kleine, specifieke observaties die je als mens bijblijven? De geur van vers gemaaid gras doet me nog altijd denken aan toen ik jonger was en niet kon wachten tot mijn voetbalwedstrijd begon. Misschien zijn het voor jou andere details, de klank van schoenen op een houten vloer, de smaak van een bepaald dropje dat je altijd bij je oma thuis kreeg. Zulke details geven het leven kleur, en hetzelfde doen zij voor verhalen.
Waarom overdaad schaadt
Te veel van iets is nooit goed, zou je kunnen zeggen. Hetzelfde geldt voor details.
Een overdaad aan details kan een verhaal volledig vast laten lopen. Als ieder aspect van een scène tot in de kleinste finesses wordt uitgewerkt, kan dit de vaart (of, met een ander woord: pacing) uit het verhaal halen en de lezer overweldigen. Denk maar eens aan de keuken van zojuist. Als ieder item in deze ruimte, tot het kleinste theelepeltje aan toe beschreven wordt, is het een lange weg naar de plot en haakt de lezer zonder twijfel af.
Dit klinkt misschien overdreven, toch heb ik regelmatig een boek in handen waarbij ik tijdens het lezen op enig moment denk: JAHA, nou weet ik het wel!
Wees hier dus kritisch in tijdens het schrijven. Dragen details bij aan de sfeer, de karakterisering van de personages of de plot? Mooi zo. Zo niet, dan moeten ze er helaas uit, hoe mooi gevonden ook. Kill your darlings.
In een goed verhaal worden namelijk de juiste dingen weggelaten. Wat jij kiest om níet te beschrijven, is net zo belangrijk als wat je wel beschrijft. Het is namelijk van belang om de lezer een deel van het verhaal zelf in te laten vullen. Dit vergroot de betrokkenheid. Een lezer die al te nadrukkelijk door de schrijver bij de hand wordt genomen, raakt geërgerd en haakt af.
Ik stel me dan vaak een kind voor met haar ouders in de dierentuin. Wanneer haar ouders af en toe haar aandacht trekken, naar iets wijzen, iets vertellen over een dier, zal ze dit alleen maar fijn vinden. Maar wanneer haar ouders non-stop allerlei richtingen op wijzen en informatie in haar oor tetteren, is dit voor haar vermoedelijk niet meer zo prettig. Ze wil ook zelf kunnen bepalen waar ze haar aandacht op richt.
Of stel je een film voor, waarbij de personages je meeslepen in een scène vol hartstocht. En ineens klinkt daar een voice-over die zegt: Kijk nou, ze zijn verliefd. En wat heeft ze een mooie trui aan, nietwaar? En hij is duidelijk naar de kapper geweest.
Je kunt schrijven gerust zien als een dialoog tussen auteur en lezer. Wat de auteur bewust weglaat, vult de lezer in. Wanneer de schrijver echter overdrijft in het geven van informatie en het opvoeren van details, wordt er van de lezer nauwelijks nog participatie verwacht. Dan is er als het ware sprake van een monoloog.
En hoe lang vind je het doorgaans leuk om het ‘slachtoffer’ te zijn van een monoloog? Juist. Laat je lezer daarom terug praten door haar ook een eigen bijdrage te laten leveren aan het verhaal: het invullen van de bewust weggelaten details.
Hoe vind je de juiste details?
Details zijn overal! Je hoeft ze alleen maar te zien. Observeren dus, die wereld om je heen. Wat valt je op in een drukke trein, op een centraal plein in de stad, in een nauw steegje? Wat maakt een verlaten strand zo vredig of misschien juist angstaanjagend?
Maar kijk niet alleen, zet al je zintuigen open. Geluiden, geuren, texturen. Hoe beter je dit lukt, hoe meer je verhalen als vanzelf gevuld raken met authentieke en verrassende details.
Een andere bron van inspiratie is je eigen geheugen. Denk aan plekken, mensen of objecten uit je eigen leven. Een oude herinnering, denk aan de koperen pannen van je oma of het wandtapijt waar je opa altijd zo trots op was. Dit soort vertrouwde details in de context van jouw verhaal kunnen emotie, menselijkheid en geloofwaardigheid toevoegen. Iedereen heeft immers opa’s en oma’s (gehad). Deze hadden niet precies dezelfde koperen pannen en misschien nog nooit gehoord van het bestaan van wandtapijten, maar dat doet er niet toe. Het gaat om het gevoel dat via deze details wordt overgebracht.
Tips om jezelf te trainen in het gebruik van details
Observeer elke dag: Neem elke dag een moment om je omgeving in je op te nemen. Ben je buiten, volsta dan niet met: Ik zie bomen en gras. Nee, kijk eens goed naar de textuur van de bast, de manier waarop het zonlicht over de bladeren strijkt. Misschien is het gras nog nat: hoe voelt nat gras? Sta stil bij de kleurschakeringen in de lucht, de vorm van de wolken. Hoe ruikt het? Wees ook hierin specifiek en volsta niet met algemeenheden als: fris. Doet de geur je ergens aan denken? Door deze oefening elke dag te doen, ook al is het maar een paar minuten, zul je merken dat je meer details gaat waarnemen en ze specifieker kunt benoemen.
Schrijf je observaties op: Wanneer je bovenstaande oefening combineert met het opschrijven van je observaties, leg je voor jezelf al een aardige voorraad details aan. Als ik tijdens het schrijven van een roman verlegen zit om bijvoorbeeld een decor, blader ik door mijn eigen observaties. Ik vind dan altijd wel iets bruikbaars, dat het juiste gevoel overbrengt voor de scène die ik op dat moment aan het schrijven ben. Hetzelfde geldt voor wanneer ik een personage wil kenschetsen door hem heel specifiek gedrag te laten vertonen. Hiervoor biedt een druk terras of een bezoekje aan het strand altijd wel een goede inspiratiebron.
Leg jezelf beperkingen op: Probeer eens een scène te schrijven waarin je maar - bijvoorbeeld - drie details mag noemen. Dit dwingt je om te kiezen welke details het meest essentieel zijn voor jouw verhaal. Daarnaast leert het je om efficiënt te werken, je zult namelijk steeds sneller min of meer automatisch aanvoelen welke details je in een scène wilt gebruiken en welke je beter kan weglaten.
Leer van andere schrijvers: Het is echt waar, schrijven leer je mede door veel te lezen. Lees nu eens het werk van schrijvers die bekendstaan om hun rijke details, zoals Gabriel García Márquez, Haruki Murakami en Anjet Daanje. Welke details gebruiken zij, waarom werkt dit zo goed in het verhaal, hoe helpen deze details het verhaal vooruit? En waar slaan ze naar jouw mening door, waar hadden ze details beter weg kunnen laten?
Associeer: Een kop koffie ruikt naar koffie. Maar probeer nog wat beter te ruiken. Niet elke cacaosoort levert immers precies dezelfde geur op. Kijk of je nog specifieker kunt zijn in je omschrijving van de geur. En, belangrijker nog in dit verband, welke associaties roept de geur (of misschien de smaak) van koffie bij jou op? Herinnert het je aan iets van vroeger? Bijvoorbeeld hoe je moeder altijd melk in de koffie goot vanuit een kannetje met een spitse tuit, zodat er een klein wit poeltje in het midden ontstond dat zich langzaam uitbreidde naar de zijkanten. Hoe zag dit er precies uit, kun je je dit nog voor de geest halen? Of doet het je denken aan die keer dat je koffie dronk met een vriend die vreselijk nieuws had, waarna de koffie een metalige smaak kreeg, alsof je aan de deurklink had gelikt, zoals je vroeger soms deed? Heb je misschien wat vreemde associaties (zoals het likken aan de deurklink)? Mooi zo, het zal alleen maar bijdragen aan de geloofwaardigheid van je verhaal, want dit verzín je toch niet…? ;-)
Bepaal wat voor schrijver jij bent
In ieder verhaal is het gebruik van details onmisbaar. Anders blijven, als gezegd, jouw woorden op papier simpelweg woorden op papier. Maar je hoeft geen Murakami te zijn. Er zijn ook talloze voorbeelden te noemen van wat meer sobere schrijvers.
Lees je liever korte romans waarin een relatief klein aantal veelzeggende details wordt opgevoerd? Of ga jij helemaal op in vuistdikke boeken met ellenlange beschrijvingen van decor, uiterlijkheden en karaktereigenschappen? Het zou zomaar kunnen dat jouw eigen schrijfstijl aansluit bij het soort boeken van jouw voorkeur.
Zo merk ik dat mijn gedachten doorgaans afdwalen wanneer ik een boek lees dat ‘rijk aan details’ is. Liever lees ik romans met enkele zorgvuldig gekozen, veelzeggende details. En ook mijn eigen schrijfstijl wordt vaak sober genoemd. Geen toeval, wat mij betreft.
Dus maak je geen zorgen als je moeite hebt om details bij elkaar te schrapen of als je er juist in grossiert. Er is geen goed of fout. Omarm je eigen schrijfstijl.
Maar wees wel kritisch op je werk. En vraag af en toe een meelezer om advies.