Valentijn de Heer vindt goede verhalen op straat
In dit artikel bevraag ik Valentijn de Heer over zijn werk. Omdat ik denk dat schrijvers, beginnend of ervaren, veel van elkaar kunnen leren.
Valentijn de Heer
Valentijn de Heer is schrijver en zorgmedewerker. Hij schrijft voor Het Parool en het Leidsch Dagblad en publiceerde korte verhalen in onder andere De Optimist en Papieren Helden.
Beste mevrouw Eva is zijn debuut.
Interview
1. Kun je ons meenemen naar het moment waarop je besloot om je eerste boek te schrijven?
Ik was op de basisschool al bezig met het verzinnen van en geloven in verhalen. Van leeuwen die zebra’s werden tot laagvliegers die wisten op te stijgen: als je het kon bedenken, kon het gebeuren. Lang bleef het bij het bedenken, er was altijd wel een excuus dat uitstel rechtvaardigde: een nieuwe baan, een vol hoofd. Toen een kind, nog een kind, en nóg een. Te druk, geen zin, noem maar op. Tot ik op een dag een liedje van mijn grootvader op de radio hoorde en ik me ineens herinnerde wat hij op zijn sterfbed tegen me zei. Hij herinnerde me eraan je dromen serieus te nemen. Als hij zijn droom had kunnen verwezenlijken ondanks zijn verblijf in de Duitse concentratiekampen, hoe kon ik mezelf dan blijven voorhouden dat ik het voor die van mij te druk had? Ik besloot te gaan schrijven en pas te stoppen als er een verhaal was.
2. Wat was de grootste uitdaging bij het schrijven van Beste mevrouw Eva en wat had je graag geweten voordat je hieraan begon?
Ik was te allen tijde zelf mijn grootste uitdaging. Na iedere zin rees de vraag: is dit goed genoeg? Slaat wat ik geschreven heb wel ergens op? Zit er überhaupt iemand te wachten op mijn verzinsels? Ik was ook erg kritisch op de waarheidsgetrouwheid (is dit een woord?) van mijn verhaal. Het boek is gestoeld op mijn jeugd, en ik vond dat iedere scène precies moest zijn zoals het in werkelijkheid gegaan was. Zo schrijf je geen boek. Ik besloot op een dag gewoon alles wat ik bedacht voor waar aan te nemen. Als je het zelf gelooft, dan is het zo. Het werkte. Het bracht me mijn plezier in schrijven terug.
3. Hoe heb je een uitgever gevonden, en heb je overwogen om zelf uit te geven?
Zelf uitgeven heb ik nooit overwogen. Ik vind dat je als schrijver jezelf en je verhaal serieus moet nemen. Als het niet lukt om een uitgever te vinden, dan moet je kritisch zijn: misschien is je verhaal nog niet goed genoeg, of is er in deze vorm geen markt voor. Ik kreeg mijn manuscript vaak afgewezen retour. Soms was een afwijzing voorzien van feedback. Ik heb dit altijd als een kans gezien en ben mijn boek blijven herschrijven tot het was zoals het moest zijn. Ineens was daar de interesse van een uitgeverij. Misschien klinkt dit voor beginnende schrijvers niet erg hoopgevend, maar weet dat veel uitgeverijen je manuscript serieus lezen. En dat de aanhouder wint. Je eigen inzet is allesbepalend.
4. Hoe ziet een gemiddelde schrijfdag er voor jou uit? Heb je vaste rituelen of gewoonten voordat je begint met schrijven?
Ik begin met schrijven als de rest nog op bed ligt. Na het ontbijt en het naar school brengen van de kinderen ga ik naar Noordwijk, daar werk ik als zorgmedewerker. De avonden zijn er weer voor het schrijven. Ik heb geen vaste rituelen of gewoonten, wel heb ik altijd muziek op tijdens het schrijven. Klassieke muziek of filmmuziek helpen me bij het inleven van bepaalde scènes.
5. Werk je met een gedetailleerd plot of laat je het verhaal zich gaandeweg ontwikkelen?
Had ik al gezegd dat ik ADD heb? Ik heb altijd wel een idee waar ik naartoe wil met een verhaal, maar hoe ik er kom is me iedere keer weer een raadsel. Ik heb wel eens geprobeerd om personages en verhaallijnen uit te schrijven of een heldere planning te maken. Daarna gebeurde er niets meer. Ik kan wel eens jaloers zijn op schrijvers die met een ijzeren discipline van duizend woorden per dag hun schema volgen en precies uitkomen waar ze bedacht hadden uit te komen.
6. Hoe lukt het jou om – naast je andere baan in de zorg en je gezin – tijd vrij te maken voor het schrijven?
Keuzes maken. Er zijn twee dingen onnoemelijk belangrijk in mijn leven, dat zijn mijn gezin en mijn carrière als schrijver. Daarnaast heb ik mijn baan in de zorg nog steeds hard nodig. Het is soms balanceren. Zaken als intensieve vriendschappen, hobby’s, of meelopen met een protestmars, schieten er het eerst bij in.
7. Wie of wat inspireert jou als schrijver?
Veel dingen kunnen inspirerend werken, vaak op momenten dat je het niet verwacht. Een koeiendans in de wei kan aanleiding geven tot het maken van een column, een door muziek getriggerde herinnering aan vroeger kan makkelijk leiden tot een nieuwe roman. Ik heb mezelf aangeleerd net iets langer bij dingen stil te staan omdat je nooit weet wat voor verhaal zich onbedoeld aandient. Datzelfde geldt voor personen. Ik ben geneigd om namen te noemen die iedereen wel kent. Mensen die zich inzetten voor gelijke rechten voor iedereen, of die zichzelf op een andere manier wegcijferen ten behoeve van het grotere geheel. Veel interessanter is het om te kijken naar de mensen om je heen. Goede verhalen lopen gewoon op straat. Je hoeft ze alleen maar te volgen.
8. Hoe heb je jouw eigen schrijfstijl ontwikkeld, en hoe zou je deze typeren?
Door te kijken naar wat ik zelf fijn vond om te lezen, maar misschien nog wel meer door te kijken naar wat ik niet goed vond. Schrijvers kunnen nog wel eens de neiging hebben om de lezer te onderschatten en hem of haar bij de haren te pakken en met de neus op het verhaal te drukken. Ik wil mezelf als schrijver het liefst zo veel mogelijk uitwissen uit het verhaal. De lezer moet ervaren, zien en zelf kunnen interpreteren waar het boek nu echt over gaat. Bij Beste mevrouw Eva is me dat gelukt. Er waren lezers die zich hebben rot gelachen en lezers die het boek huilend hebben weggelegd. Sommigen vonden het prachtig, anderen niet om aan te lezen. Literatuur slaagt als het multi-interpretabel is.
9. Wat is de belangrijkste les die je hebt geleerd over storytelling?
Dat je met één boek oneindig veel verschillende verhalen kunt vertellen. Je kunt mensen bereiken die je anders nooit zou bereiken. Ik denk dat storytelling je als schrijver de mogelijkheid geeft om uit je bubbel te stappen.
10. Wat kunnen we de komende jaren van jou als schrijver verwachten?
Naast mijn columns en korte verhalen werk ik hard aan een tweede roman. Deze zal in de loop van 2026 in de boekhandel liggen.
Een daverend debuut
Beste mevrouw Eva speelt zich in Leiden af. Het huisje op het omslag was tot voor kort van Maarten en Eva Biesheuvel en speelt een belangrijke rol in het boek.
Als getogen Leidenaar - maar zeker ook los daarvan - vond ik het een genot om te lezen, ondanks de zware thematiek. Een aanrader dus!
Achterflap:
Elias woont met zijn ouders in een welgestelde wijk van Leiden. Hij is blij als er gezinsuitbreiding komt, maar als blijkt dat zijn broertje verstandelijk beperkt is veranderen de toch al moeizame verhoudingen binnen het gezin. Zijn vader wordt steeds gewelddadiger en zijn moeder is niet bij machte haar kinderen te beschermen. Elias neemt de zorg voor zijn broertje op zich, bekommert zich om het welzijn van zijn moeder en is iedere dag bezig zijn vader te behagen. Buitenshuis houdt hij de schijn op van een gelukkig gezin.
Hij vindt zijn toevlucht een paar straten verderop, in het houten huis van een ouder echtpaar. Er ontstaat een band tussen hem en Eva, aan wie hij alles durft te vertellen. Het houten huis wordt zijn droomland, dé plek waar hij hoopt voor altijd te blijven.
‘Beklemmend debuut over het monster dat de mens is.’ - **** NRC
‘Valentijn de Heer heeft dit asgrauwe verhaal fascinerend opgeschreven, in sterke, dwingende zinnen en een compositie waarin de spanningsboog voortdurend strak staat. Wonderlijk hoe hij het bijna nergens te zwaar maakt.’ - Het Parool
‘Weergaloos goed.’ - ZIN