Robert Pollack over het streven naar perfectie
Waarom één sprekend detail vaak beter is dan een overvloed
In dit artikel bevraag ik een schrijver over zijn werk. Omdat ik denk dat schrijvers, beginnend of ervaren, veel van elkaar kunnen leren.
Robert Pollack
Robert Pollack was partner bij een groot internationaal advocatenkantoor. Na bijna 25 jaar in de advocatuur koos hij voor het schrijverschap. Pollack debuteerde in 2019 succesvol met De Taak, dat door NRC een van de beste boeken van het jaar werd genoemd en genomineerd werd voor de Gouden Strop. Zijn tweede boek De Vier Elementen (2021) werd eveneens lovend ontvangen.
Zijn nieuwste boek, Vandaag is geen dag voor verraad, is verschenen op 22 mei 2025.


Interview
1. Je hebt een flinke overstap gemaakt, van de advocatuur naar een leven als schrijver. Hoe is dit gegaan? Waarom wilde je zo graag een boek schrijven?
Ik ben van jongs af aan geïnteresseerd in schrijven en boeken. Ook tijdens mijn advocatentijd schreef ik soms stukjes, zoals columns in het FD en stukjes op de achterpagina van NRC. Maar ik had te weinig tijd en wilde meer. Na een sabbatical heb ik, na goed overleg met mijn echtgenote uiteraard, de knoop doorgehakt en de toga aan de wilgen gehangen. Nou ja, niet helemaal: ik ben nog raadsheer-plaatsvervanger bij Hof Den Haag.
2. Hoe is het je gelukt een uitgever te vinden voor je debuut?
Ik heb een paar uitgevers informeel benaderd, zonder onmiddellijk succes. Een vriend in de literaire wereld had een deel van mijn manuscript gelezen en zei: het lijkt me de moeite waard, ik ken een redacteur bij Ambo|Anthos die misschien geïnteresseerd is, vind je het goed dat ik het haar laat lezen? Natuurlijk vond ik dat goed. Toen bleek er belangstelling. Nadat ik mijn eerste contract kreeg aangeboden, zweefde ik op een wolk van blijdschap naar huis.
3. Wat zijn de grootste lessen die je hebt geleerd tijdens het schrijven van je eerste twee boeken? In hoeverre heb je hier profijt van gehad bij het schrijven van boek nummer drie?
Wat ik nu ga zeggen, geldt voor mij; andere schrijvers doen het misschien anders. Belangrijkste les: zorg dat je in grote lijnen een verhaal hebt voordat je begint. Het hoeft niet heel gedetailleerd te zijn, maar je moet een lijn hebben. Een setting (twee mensen liggen op zaal in een ziekenhuis terwijl buiten de revolutie uitbreekt, de setting van mijn nieuwe boek) is belangrijk, maar niet genoeg. Je moet al weten waar het naartoe gaat en bij voorkeur ook hoe het eindigt. Je gedachten daarover mogen best veranderen tijdens het schrijven, maar als je begint, moet je al een richting hebben.
Andere les, belangrijk voor mij als oud-advocaat: streef in je beschrijvingen geen volledigheid na, zoals in een processtuk. In een boek is één sprekend detail vaak beter dan een overvloed. Sowieso moet je bereid zijn veel te schrappen, ook die passages die je zelf zo geweldig vindt, maar die bij nuchtere beschouwing niet in het boek passen. “Perfectie wordt niet bereikt als er niets meer is toe te voegen, maar als er niets meer over is om weg te laten.” (Antoine de Saint-Exupéry)
4. Hoe ziet een typische schrijfsessie eruit voor jou? Schrijf je op vaste tijden en op een specifieke plek, of heb je een meer spontane aanpak?
Ik probeer altijd in de ochtend te schrijven, liefst voordat ik word afgeleid door mails, nieuws, etc. Meestal schrijf ik thuis op mijn werkkamer, maar een hotelkamer of de bibliotheek werkt soms ook erg goed.
5. Werken in de advocatuur vereist goede communicatieve vaardigheden, precisie en het vermogen om je te kunnen verplaatsen in een ander. Heeft deze professionele ervaring invloed op jouw schrijfstijl en/of de manier waarop je een verhaal vertelt?
Mijn nieuwe boek heeft vijf hoofdpersonages die allemaal een eigen perspectief hebben. Inleving is nodig om die perspectieven tot hun recht te laten komen en ze ieder een eigen toon te geven. Mijn ervaring als advocaat helpt daar zeker bij. Als advocaat moet je je inleven in verschillende mensen en belangen. Je behartigt het belang van één partij, maar om dat goed te doen, moet je ook de andere partij(en) begrijpen. Wat beweegt hen, wat is belangrijk voor ze? En tegenover je eigen cliënt moet je welwillend en ruimhartig zijn, maar tegelijkertijd altijd kritische afstand bewaren. Als je cliënt onzin beweert, moet je dat aan hem of haar op een vriendelijke manier duidelijk kunnen maken. Zo moet je als schrijver eigenlijk ook met je belangrijke personages omgaan: goed luisteren en je inleven, maar ook afstand bewaren om iemand onbelemmerd te kunnen beschrijven.
6. Veel schrijvers worstelen met zelfkritiek. Hoe ga jij om met twijfels of een writer’s block tijdens het creatieve proces?
Een writer’s block heb ik nooit gehad, ik hoop dat het zo blijft. Als je schrijft of ander creatief werk doet, moet je zelfkritiek hebben, maar die ook kunnen uitzetten. Je moet je fantasie de vrije loop laten en pas achteraf kritisch gaan kijken of het iets goeds heeft opgeleverd. Als je onderwijl steeds denkt: is dit wel goed?, dan belemmer je jezelf. Je moet dus leren dat soort negatieve gedachten te negeren en pas weer toe te laten als je stroom van ideeën op het papier terecht is gekomen. Zo spring je steeds heen en weer tussen je fantasie en je kritisch vermogen. Als ik toch negatieve gedachten heb, doe ik een soort cognitieve gedragstherapie met mezelf, door mezelf te bevragen: kun je je eigen werk nu wel beoordelen? Kun je niet beter wachten met oordelen totdat je verder bent? Meningen over artistiek werk zijn erg persoonlijk en situationeel bepaald, dus waarom maak je je nu druk? Straks denk je er misschien anders over. Dat soort – geheel juiste! – gedachten helpen me om ontijdige zelfkritiek te onderdrukken.
7. Wat is het belangrijkste advies dat jij zou geven aan iemand die net begint met het schrijven van een boek?
Kies een onderwerp dat je al lang fascineert, en werk hard en regelmatig. Ga niet zitten wachten op inspiratie, want die komt juist doordat je aan het werk gaat. Alleen door het veel te proberen en te accepteren dat sommige dingen zullen mislukken, kun je beter worden. Dat geldt trouwens ook voor juridisch werk, waarschijnlijk voor ieder soort werk.
8. Jouw boeken zijn literaire thrillers die spelen tegen de achtergrond van daadwerkelijke historische gebeurtenissen. Wat trekt jou aan in dit genre? Welke specifieke uitdagingen of mogelijkheden geeft dit jou als schrijver?
Ik vind het leuk om mijn boeken historisch te situeren en daar onderzoek voor te doen, maar oneerbiedig gezegd gebruik ik de geschiedenis zoals die mij uitkomt. Ik streef niet naar een volledige historische reconstructie, maar eerder naar een zekere mate van waarachtigheid. Ik heb vaak van lezers gehoord dat ze bij mijn boeken het gevoel hebben dat de schrijver weet waar hij het over heeft. Dat gevoel wil ik graag aanspreken.
Verder wil ik een boek schrijven dat ik zelf graag zou lezen, maar ik hou van allerlei soorten boeken. Goede boeken zijn vaak spannend, maar het hoeven geen thrillers te zijn. Ik hou mij eigenlijk weinig met genres bezig en lees van alles. Je hebt goede boeken en minder goede boeken. Lev Tolstoi is erg goed, Stephen King ook.
9. Hoe balanceer jij het creatieve aspect van schrijven met de wat meer zakelijke kant, zoals het promoten van je boeken?
Zoals bij veel schrijvers, is naar buiten treden en mijn boek aanprijzen niet mijn sterkste kant. Stiekem zou ik mijn boek het liefst bij de uitgever inleveren en daarna een jaar op reis gaan, zodat ik me niet met promotie hoef bezig te houden. Maar dat is kinderachtig en onrealistisch, dus ik doe mijn best. En even stiekem vind ik het ook wel weer leuk om geïnterviewd te worden (zoals nu) en iets te kunnen vertellen over het boek en het maakproces.
10. Zijn er schrijvers of boeken die jou hebben geïnspireerd? Hoe hebben zij jouw visie op het schrijven beïnvloed?
Te veel om op te noemen. Vroeger was ik onder de indruk van W.F. Hermans, nu spreekt zijn werk me minder aan. Ik denk dat mijn stijl wel een beetje door hem is beïnvloed. Intussen heb ik wel zo veel vertrouwen in mijn eigen stijl, dat ik niet bang ben dat de invloed van een schrijver te groot wordt of dat ik iemand ga nadoen. Boeken die me recent hebben geïnspireerd zijn bijvoorbeeld Oroppa van Safae El Khanoussi en Utopia Avenue van David Mitchell. Deze boeken zijn onderling heel verschillend en mijn werk lijkt op geen van beide, maar wat deze boeken gemeen hebben, is dat ze een groot schrijfplezier uitstralen en daarmee mijn schrijflust enorm aanwakkeren. [lachend] Ik ben al bezig aan mijn vierde boek.
Vandaag is geen dag voor verraad
Op 22 mei jl. is de nieuwste roman van Robert Pollack, Vandaag is geen dag voor verraad, verschenen.
Heb je hem al in huis of ben je van plan dit boek aan te schaffen? Laat het weten in de comments! Ook als je eerder werk van Pollack gelezen hebt, is het leuk als je je leeservaring hieronder wilt delen.
Flaptekst:
Het land schudt op zijn grondvesten en niemand is veilig. Waar moet je heen als je nergens naartoe kunt? Voor de lezers van Tomas Ross en Joël Dicker.
In het Stadsziekenhuis zijn advocaat Werner en kunstschilder Rien veroordeeld tot elkaars gezelschap. Ze herstellen beiden van een darmoperatie. Deze periode van rust en regelmaat wordt ernstig verstoord als buiten rellen uitbreken, die het begin blijken van een revolutie. Werner en Rien die totaal verschillend in het leven staan proberen te begrijpen wat er gebeurt, maar zijn voor hun informatie afhankelijk van hun ondoorgrondelijke arts Brigitta Rasmussen, hun bezoekers en de media. Maar niemand is onpartijdig. Langzaamaan worden de twee meegezogen in een keten van onherroepelijke gebeurtenissen waarin het politieke en het persoonlijke niet meer van elkaar zijn te onderscheiden.
Over De Taak:
'Voortreffelijk geschreven, ambitieus van opzet, met een paar fijne karakters en een bevredigende plot.' - NRC.
Over De Vier Elementen:
'De sterkste troef van Pollack is zijn menselijkheid.' - De Telegraaf