Na maanden of misschien zelfs jaren schrijven (oftewel: bloed, zweet en tranen) is de eerste versie van je boek af. Maar een eerste versie, dat is nog lang geen publicabel manuscript. Een zeer belangrijk deel van het proces begint nu: de redactiefase.
Zit je net als ik bij een uitgever, dan heb je meestal een vaste redacteur die jouw werk als eerste bekijkt. Heb je nog geen uitgever of wil je je boek in eigen beheer uitgeven? Dan kun je de redactie van je werk zelf op je nemen of je kunt het uitbesteden.
Natuurlijk zijn er allerlei varianten mogelijk, maar meestal volgt de redactie- en herschrijffase een min of meer vaste volgorde. Ik zal de stappen dan ook in deze volgorde behandelen:
De eerste beoordeling: structurele en inhoudelijke feedback
Herschrijven
Taalredactie
De laatste loodjes: drukproefcorrecties
Samenwerking met de redacteur
De eerste beoordeling: structurele en inhoudelijke feedback
Na ontvangst van het manuscript, neemt de redacteur de tijd om de tekst grondig door te lezen. In deze eerste fase wordt doorgaans vooral gelet op:
Structuur: Is het verhaal logisch opgebouwd? Zijn er zwakke of overbodige scènes? Ontbreekt er nog iets?
Personages: Zijn de personages goed uitgewerkt en geloofwaardig? Zijn ze consequent in hun handelen?
Thema’s en spanningsboog: Komt de boodschap van het verhaal goed over? Is de spanning goed verdeeld?
Na deze beoordeling ontvang je als auteur vaak een eerste, uitgebreide reactie op met name de bovenstaande punten. Dit kan variëren van algemene opmerkingen (‘personage X komt nog niet helemaal goed uit de verf’ of ‘de volgorde van de hoofdstukken lijkt niet helemaal te kloppen’) tot meer gedetailleerde suggesties voor herstructurering van bepaalde hoofdstukken of scènes.
Heb je besloten zelf deze redactieronde voor je rekening te nemen, dan is het van groot belang dat je eerst een poosje afstand neemt van je manuscript. En daarmee bedoel ik dus letterlijk een maand of twee niet je bestand openen. Deze tijd is nodig om weer enigszins objectief naar je eigen tekst te kunnen kijken.
Jij, als schrijver, weet immers wat de bedoeling is van je verhaal. Je hebt als het goed is een beeld voor ogen van je personages en hun gedragingen. Om deze reden loop je het risico dat je brein eventuele lacunes in de tekst automatisch gaat opvullen. Je toekomstige lezer mist deze informatie en diens brein kán dit dan ook niet aanvullen. Of vult het aan op een manier die jij als schrijver nou juist niet voor ogen had.
Ook vreemde sprongen in de tijd, inconsistenties in gedrag of manier van praten van je personages - al dit soort dingen zie je al snel over het hoofd wanneer je net maandenlang ‘in je verhaal’ hebt geleefd.
Heb je eenmaal die afstand genomen en ben je klaar om je manuscript met frisse ogen te bekijken? Wees dan eerlijk en kritisch, want dat is de enige manier om je beste werk af te leveren. En kill your darlings, als dat is wat je nou eenmaal te doen staat.
Máár: brand jezelf niet volledig af. Die verleiding is groot als je met frisse ogen ziet wat er allemaal ‘mis’ is aan je manuscript. Ja, er zal van alles mis zijn, het is niet perfect, het is een eerste versie, weet je nog? Dat betekent dus niet dat je geen goede schrijver bent of dat het nooit meer iets kan worden.
Heb je geen uitgever, maar wil je wel graag een professionele blik van buiten? Dan kun je een manuscriptanalyse laten uitvoeren.
Herschrijven
Op basis van de feedback van de redacteur, of de problemen die je zelf hebt geconstateerd, ga je werken aan een herziene versie. Het is natuurlijk in theorie mogelijk dat er alleen maar enkele kleine aanpassingen nodig zijn, maar heel eerlijk: die kans is niet groot.
Meestal zijn er ingrijpende herschrijvingen nodig. Een andere volgorde van gebeurtenissen, dialogen die op de schop moeten. Of, helaas, een personage dat uit het verhaal geschreven moet worden. En aangezien personages doorgaans interacteren met andere personages, betekent dit mogelijk dat vele scènes aangepast moeten worden. Ik heb het meegemaakt en het verhaal werd er beslist sterker van. Maar tijdens het herschrijven was ik bepaald niet blij met deze aanwijzing van mijn redacteur.
Of je gedurende deze fase nog tussentijds contact hebt met de redacteur, hangt af van de afspraken die je hierover gemaakt hebt. Wanneer je werkt met een uitgeverij, kun je doorgaans meerdere versies insturen en krijg je hier telkens feedback op. Wanneer je werkt met een zelfstandige, door jou zelf ingehuurde redacteur, kun je hier afspraken over maken.
En als je zelf de redactie doet, mag je natuurlijk ook helemaal zelf weten hoeveel redactierondes je inlast. Wel is het belangrijk dat je telkens tussendoor even afstand neemt van het manuscript.
Taalredactie
Wanneer het verhaal in grote lijnen ‘staat’, is het tijd om preciezer te gaan kijken naar de taal. Het heeft geen zin om dit eerder al te gaan doen. Je loopt dan namelijk het risico dat je eindeloos hebt zitten pielen op een zin, waarna je tot de conclusie komt dat de hele alinea geschrapt moet worden. Zonde van je tijd!
In deze fase kijkt een redacteur vooral naar:
Spelling en grammatica: kloppen de zinnen grammaticaal?
Consistentie: worden namen, termen en bijvoorbeeld tijdsaanduidingen consequent gebruikt?
Stijl en toon: Past de schrijfstijl bij het genre en de doelgroep?
Mochten er problemen zijn met bovenstaande elementen dan zal een redacteur dit waarschijnlijk in een eerder stadium ook al wel aangeven. Maar in deze fase draait het hier echt om.
Tijdens deze fase van het proces wordt doorgaans gewerkt met correctietools (bijvoorbeeld in Word), zoals voorgestelde wijzigingen en opmerkingen in het document. Een redacteur zal - als het goed is - nooit zelf wijzigingen aanbrengen in het document. Jij, als schrijver, bepaalt immers. Zelfs evidente spelfouten worden er niet zomaar uitgehaald, want misschien was het juist jouw bedoeling om het woord verkeerd te spellen? Het is dus aan jou om de voorgestelde wijzigingen te accepteren of te negeren.
Wil je ook deze fase zelf voor je rekening nemen? Dat kan, als je van plan bent op zoek te gaan naar een uitgever. Doe dan je uiterste best en maak het manuscript zo netjes mogelijk in orde. Er zullen altijd foutjes in blijven staan, maar als het je lukt om een uitgever te vinden, dan zal dit later nog door anderen gezien en (in overleg) gecorrigeerd worden.
Wil je je boek in eigen beheer uitgeven? Dan is het zeer aan te raden om een professional in te schakelen voor de taalredactie. Dit is namelijk echt een vak apart. En het zou zo zonde zijn om op een dag eindelijk je eigen boek in handen te hebben - met taalfouten…
De laatste loodjes: drukproefcorrecties
Wanneer de tekst eenmaal inhoudelijk en stilistisch is aangescherpt, volgt nog een laatste controle. Dit gebeurt meestal aan de hand van een drukproef (ook wel zetproef genoemd), waarin het manuscript in de opmaak van het uiteindelijke boek wordt weergegeven.
Dit is een van mijn favoriete momenten, omdat je voor het eerst te zien krijgt hoe je boek er uiteindelijk uit komt te zien (alleen het omslag zit er nog niet omheen).
In deze fase worden de laatste foutjes opgespoord en worden eventuele lay-outproblemen aangepakt.
Wanneer je publiceert via een uitgever, krijg jij als schrijver een drukproef en wordt er daarnaast nog een (externe) bureauredacteur ingeschakeld. Deze heeft het manuscript nog niet eerder gezien en kan het daarom met een geheel frisse blik bekijken. De redacteur van de uitgeverij verzamelt de wijzigingen die jij nog wenst en die van de bureauredacteur, en leest het zelf ook nog eens helemaal door.
Wat je in deze fase niet mag doen, is nog allerlei grote veranderingen gaan voorstellen. Als je werkt met een uitgever, is vaak zelfs contractueel geregeld dat grote wijzigingen in de drukproef, op initiatief van de schrijver, voor kosten van de schrijver komen.
Tot slot krijg jij als schrijver alle laatste wijzigingen nog onder ogen. Zodat je niet voor verrassingen kunt komen te staan.
En dan gaat het bestand naar de drukker!
Samenwerking met de redacteur
De samenwerking tussen een schrijver en (vaste) redacteur vereist goede communicatie en wederzijds begrip. Een goede redacteur weet hoe hij of zij constructieve feedback kan geven zonder de stem van de schrijver te verliezen. Andersom is het zaak dat jij als schrijver openstaat voor suggesties en kritiek. Het is natuurlijk belangrijk om trouw te blijven aan je eigen ideeën en visie, maar dat wil niet altijd zeggen dat je gelijk hebt…
Twijfel je over feedback? Vraag om verduidelijking en neem gerust even de tijd om het op je in te laten werken.
Hoe de feedback wordt besproken, hangt af van de voorkeuren van de schrijver en de redacteur. Vaak wordt de eerste uitgebreide feedback via een e-mail of een gedeeld document toegestuurd, zodat de schrijver de opmerkingen rustig kan doornemen. Daarna volgt dan vaak een gesprek dat telefonisch, door middel van videobellen of live (op de uitgeverij) kan plaatsvinden.
Tijdens dit overleg worden de belangrijkste punten besproken en eventueel verduidelijkt en kan er samen gezocht worden naar oplossingen voor knelpunten. Dit helpt jou als schrijver om de feedback beter te begrijpen en effectief toe te passen in de revisie.
Ikzelf heb al drie romans gepubliceerd met dezelfde redacteur (wier naam terug te vinden is in het dankwoord van Het leven noemen en Wees niet bang). En ook de eerste versie van mijn nieuwe roman heb ik onlangs bij haar ingeleverd. Het is op het moment helaas druk op de uitgeverij, dus ik zal een maand of twee geduld moeten hebben voordat ik haar feedback ontvang.
Ondertussen ga ik verder met het doen van onderzoek en hoop ik binnenkort de feedback op mijn eerste kinderboek te ontvangen!
Vond je deze nieuwsbrief leuk/leerzaam/het lezen waard? Geef dan alsjeblieft een ‘like’. Dit helpt om mijn nieuwsbrief onder de aandacht te brengen van andere schrijvers.