Schrijver zijn: wanneer mag je jezelf een schrijver noemen?

Wanneer mag je jezelf een schrijver noemen? Daarover zijn de meningen nogal verdeeld. Sommigen vinden dat je pas echt een schrijver bent als je één of zelfs meerdere boeken hebt gepubliceerd. Voor hen vormt een boek – het ultieme eindproduct – de bevestiging van het schrijverschap. Anderen geloven dat je jezelf al een schrijver mag noemen als je regelmatig schrijft, bijvoorbeeld dagelijks, én jezelf als schrijver beschouwt. Voor hen gaat het dus meer om de toewijding aan het schrijfproces en de manier waarop je jezelf identificeert.

Ik denk dat voor beide opties iets te zeggen valt. En dat er een groot grijs gebied tussenin ligt. Als je bijvoorbeeld twee boeken hebt gepubliceerd naast een andere baan en in je dagelijks leven nauwelijks bezig bent met schrijven of het bedenken van verhalen, ben je dan een schrijver? Volgens de eerste definitie wel. Maar als je al jarenlang iedere dag drie uur schrijft, omdat je een verhaal te vertellen hebt en een grote innerlijke noodzaak voelt om dit op papier te krijgen, maar het is je helaas nog niet gelukt om een boek uitgegeven te krijgen, ben je dan géén schrijver? Nou, volgens mij wel!

De vraag of je geld verdient met wat je schrijft is ook al geen bepalende factor. In de afgelopen jaren zijn er drie romans van mijn hand gepubliceerd, maar ik kan er nog lang niet van leven. En het is maar zeer de vraag of dat ooit gaat lukken. In Nederland is er maar een handjevol schrijvers dat echt kan leven van de verkoop van boeken. De meesten doen er allerlei klussen naast, zoals schrijven voor de krant, of werken in een boekwinkel.

Ik denk dus dat het er vooral op aankomt of jij jezelf als schrijver beschouwt.

 

Waarom jezelf schrijver noemen?

Maar maakt het eigenlijk uit of je jezelf wel of niet een schrijver noemt? Ja, dat denk ik wel. Het kan je zelfvertrouwen vergroten en je helpen om serieuzer met je schrijfwerk om te gaan. Door jezelf als schrijver te erkennen, erken je ook de waarde van je eigen woorden en creativiteit. Dit kan je helpen om door te zetten, zelfs als je twijfelt aan je eigen capaciteiten.

Daarnaast kan het een gevoel van legitimiteit geven aan je schrijfambities. Het helpt om jezelf te zien als onderdeel van de schrijversgemeenschap – een groep van ploeterende, vaker wel dan niet onzekere mensen als het op hun schrijfsels aankomt – en om jezelf serieus te nemen als maker van verhalen, gedichten of andere vormen van literatuur. Dit gevoel van erkenning kan je motiveren om door te blijven gaan, zelfs als je te maken krijgt met afwijzingen of tegenslagen. (En ja, de kans is helaas levensgroot dat je te maken zult krijgen met afwijzingen, of misschien heb je die allang gekregen en heb je, net zoals Stephen King, een muur in je werkkamer ermee behangen…)

Bovendien kan het anderen laten zien dat je serieus bent over je schrijfambities, dat je het niet slechts als een hobby beschouwt. Dit kan maken dat geliefden, familie en vrienden accepteren dat jij je soms terugtrekt, ook op momenten dat dit eigenlijk onhandig of misschien niet erg sociaal is. En, of je nu gelooft in manifesteren of niet, als jij jezelf naar buiten toe presenteert als schrijver, heeft dit wel degelijk effect op hoe je door anderen (zoals uitgevers en redacteurs) wordt gezien.

 

Schrijver zijn van Hilary Mantel

De reden waarom ik mezelf de afgelopen week deze vraag stelde, is het pas verschenen boek Schrijver zijn van Hilary Mantel. Wie durft dit boek op te nemen in de boekwinkel, vroeg ik me af, en misschien zelfs te kopen? ‘Erkende’ schrijvers vast wel, maar hoe zit het met al die mensen die in stilte werken aan romans of andersoortige verhalen?

Hoe dan ook, het is een aanrader. Hilary Mantel schrijft een aantal rake dingen in dit (mooi vormgegeven) boekje, zoals:

‘Je kunt nooit kunstenaar worden als je je eigen gezelschap niet kunt velen of niet je eigen doelen weet te definiëren en je daaraan weet te houden. Maar tal van kunstenaars richten een staat van innerlijke ballingschap in, of – om het positiever te formuleren – een veilige plek in zichzelf, een plek waar je werk ertoe doet, wat er ook gebeurt.’ (p.151/152)

‘Met het toenemen van de vaardigheid neemt ook de ambitie toe. Maar wanneer het erom gaat de woorden op papier te krijgen, kun je alleen stukje bij beetje te werk gaan, regel voor regel.’ (p.159)

‘Dat gezegd zijnde, blijft de vraag waarom zoveel schrijvers zo opzien tegen de schrijfact, het daadwerkelijk achter elkaar indrukken van de toetsen. […] Je hoort nooit over accountants die geen spreadsheet kunnen openen of boeren met akkervrees. De ervaren schrijver zegt tegen de door schrijfangst gekwelde beginneling: gewoon doen, zorg dat je iets op het scherm of op papier krijgt, ongeacht wat, breng gewoon een woordenstroom op gang en kijk er later maar kritisch naar.’ (p. 25)

Misschien is dit de echte lakmoesproef: herken je bovenstaande, voel je tot in je tenen wat hier gezegd wordt? Dan ben je een schrijver.

Gratis online videocursus roman schrijven

Leer stap voor stap hoe je een roman schrijft. Laagdrempelig, overal toegankelijk en helemaal gratis.

Meer informatie

Schrijfplaats nieuwsbrief

Ik stuurĀ regelmatig een nieuwsbrief met schrijftips, nieuwtjes uit mijn schrijversleven of gewoon over dingen die me bezighouden.